Mensen met een vluchtachtergrond

1.  De meest relevante punten

  • Nieuwe patiënt met een vluchtachtergrond in de praktijk: plan een dubbel consult voor de intake. Deze investering helpt bij het opbouwen van vertrouwen en een goede behandelrelatie, wat hierna tijd kan besparen.
  • Let op eventuele psychische kwetsbaarheid van mensen met een vluchtachtergrond. Zij hebben vaker te maken met stress, trauma of andere psychische klachten.
  • Communicatie bij complexe of gevoelige onderwerpen: nodig een onafhankelijke en professionele tolk bij het gesprek.

Zie ook de volgende onderwerpen op deze website:

  • Asielzoeker/iemand die asiel aanvraagt: Iemand die zijn/haar land heeft verlaten en in een ander land bescherming vraagt door asiel aan te vragen.
  • Vluchteling/iemand met een vluchtachtergrond: Iemand die zijn/haar eigen land is ontvlucht en een vluchtelingenstatus heeft volgens het Vluchtelingenverdrag.
  • Statushouder of vergunninghouder: Iemand die asiel heeft aangevraagd en een (tijdelijke) verblijfsvergunning heeft gekregen.
  • Nieuwe patiënten met een vluchtachtergrond in de huisartsenpraktijk: dit kan voor zowel de patiënt als zorgverleners wennen zijn. Deze patiënten weten vaak niet hoe de zorg in Nederland is georganiseerd, en zorgverleners kunnen te maken krijgen met gezondheidsvragen die zij niet vaak zien.
  • Zorg in de asielzoekerscentra wordt grotendeels georganiseerd door de COA via de GZA (Gezondheidszorg Asielzoekers). Dit is een landelijke huisartsenvoorziening. Meer informatie hierover is te vinden bij het onderwerp: Zorg voor mensen die asiel aanvragen.
  • Na het verkrijgen van een verblijfsvergunning  krijgen mensen dezelfde rechten en plichten als  andere inwoners van Nederland. Dit betekent dat ze een opleiding mogen volgen en mogen werken. Zij worden vanaf dat moment toegewezen aan een gemeente en maken gebruik van de reguliere zorg.
  • Opvang
    • Mensen die asiel aanvragen worden opgevangen in asielzoekerscentra verspreid over Nederland. Het COA (Centrale Organisatie Asielzoekers) beheert deze locaties. De opvangcapaciteit en het aantal locaties hangt af van de in- en uitstroom van mensen die asiel aanvragen. Bij een stijging van het aantal asiel aanvragen opent het COA extra locaties en bij een daling kunnen  locaties gesloten worden.
  • Duur van de procedure
    • De IND (Immigratie en Neutralisatie Dienst) heeft wettelijk 6 maanden om een beslissing te nemen over een asielaanvraag. De IND kan deze termijn nog met 9 maanden verlengen.
    • Na toekenning van een verblijfsvergunning  krijgen mensen eerst een tijdelijke vergunning van 5 jaar.
    • Daarna volgt een herbeoordeling: is nog steeds bescherming nodig en is het inburgeringsproces doorlopen? Bij een positief oordeel kan een vergunning voor onbepaalde tijd worden verleend. Deze kan worden ingetrokken bij bijvoorbeeld een ernstig misdrijf. In de praktijk zien we dat het grootste deel na 10 jaar dan ook nog in Nederland woont.
  • Terugkeer naar eigen land.
    • Als bescherming niet langer nodig is, kan terugkeer naar het land van herkomst aan de orde komen. Dit is vaak lastig omdat de meeste mensen uit een politiek instabiel land komen en het niet mogelijk is om naar hun thuisland terug te keren.
  • Werk
    • Het is voor mensen met een vluchtachtergrond lastiger om een baan te vinden. Ongeveer slechts 4% heeft na 18 maanden een baan gevonden. Na 3 jaar heeft ruim 25% een betaalde baan en na 10 jaar heeft ongeveer 50% een baan.

De meeste gezondheidsproblemen van mensen met een vluchtachtergrond komen overeen met die van mensen zonder vluchtachtergrond.
Echter, er kunnen specifieke aandachtspunten zijn:

  • Sociale stressoren:
    • Onzekerheid door asielprocedure (duur en onduidelijkheid)
    • Leefomstandigheden in opvanglocaties
    • Beperkte mogelijkheid en toegang tot scholing en werk (werkloosheid komt vaker voor bij mensen met een vluchtachtergrond)
    • Ontbreken van een sociaal steunsysteem
    • Blijvende zorgen om familie in het land van herkomst
    • Ervaren discriminatie
    • Uitdagingen bij de opvoeding in een nieuwe context.

Je kan te maken krijgen met culturele verschillen. Culturele aspecten beïnvloeden namelijk:

  • Wat als ziek of gezond wordt gezien
  • Voor welke klachten hulp wordt gezocht en bij wie
  • Hoe klachten en oorzaken worden verklaard
  • Waar men over spreekt en waarover men zwijgt
  • Hoe  klachten of ziekte worden gepresenteerd
  • Voorbereiding
    • Vraag het medische dossier op bij het GZA. Vaak krijgt een patiënt of gezin met een vluchtachtergrond ondersteuning van een vrijwilliger in de eerste maanden. Probeer te achterhalen wie dit is en noteer de contactgegevens in het dossier.
  • Intake
    • Door eventuele negatieve levenservaringen van mensen met een vluchtachtergrond kan het opbouwen van vertrouwen meer tijd kosten. Vooral wanneer een arts anders handelt dan iemand gewend is. Uit onderzoek blijkt dat een kennismakingsgesprek een waardevol middel kan zijn om vertrouwen te winnen. Een aantal adviezen:
      • Plan twee dubbele consulten in. Het eerste consult kan worden gebruikt voor het houden van het cultureel interview. In het tweede consult kan worden gebruikt voor het bespreken van de medische voorgeschiedenis en het screenen op psychische klachten.
      • Bespreek tijdens de intake de volgende onderwerpen:  land van herkomst en reden van vertrek, verblijfplaatsen van familieleden, huidige sociaaleconomische situatie en eerdere ervaringen met de gezondheidszorg in Nederland.
      • Houd het doel van de intake voor ogen: kennismaken, vertrouwensband opbouwen, iemands context in beeld brengen. Subdoel: uitleg geven over hoe de zorg in Nederland werkt
      • Psychische screening: signaleren van psychische klachten is van belang. Gebruik een gestandaardiseerde vragenlijst bijvoorbeeld de Protect vragenlijst.
      • Overzicht van aanbieders van cultuursensitieve zorg: https://www.huisarts-migrant.nl/cultuursensitieve-zorg/.
  • Anamnese
    • Wees alert op culturele verschillen en mogelijke vooroordelen aan beide kanten. Voer het gesprek met een professionele en onafhankelijke tolk wanneer er sprake is van een taalbarrière, met name bij complexe of gevoelige onderwerpen. Zie infosheet Tolken in de zorg.
  • Samenwerken met sleutelpersonen
    • De mogelijkheid bestaat om samen te werken met sleutelpersonen in het consult. Sleutelpersonen zijn mensen die ervaring hebben met nieuw in Nederland zijn. Zij zijn opgeleid door Pharos en hebben kennis over de Nederlandse zorg. Zij weten hoe het is om hier in Nederland te wennen. Elke regio heeft één of meerdere sleutelpersonen. Meer informatie: www.pharos.nl/kennisbank/infosheet-sleutelpersonen-gezondheid-statushouders.
  • Lichamelijk onderzoek
    • Indien mogelijk, houd rekening met voorkeur van de patiënt voor het geslacht van de arts. Voer altijd lichamelijk onderzoek uit, ook als het medisch niet strikt noodzakelijk lijkt. Dit kan het vertrouwen in de huisarts vergroten.
  • Niet-medicamenteus advies
    • In veel landen wordt redelijk snel antibiotica voorgeschreven. Nederland staat er om bekend zeer terughoudend te zijn met antibioticagebruik. Leg daarom altijd uit waarom antibiotica niet altijd nodig is en benadruk de mogelijke nadelen.
    • Adviezen kunnen snel vergeten worden. Het kan daarom helpen om adviezen op papier mee te geven (bijv. leefstijl, oefeningen). Herhaal uitleg regelmatig. Betrek familie of naasten bij het behandelplan, wanneer deze ook aanwezig zijn bij het consult.
    • Schakel indien nodig het wijkteam of POH-GGZ in.
  • Medicatie
    • Geef duidelijke en specifieke instructies over medicatiegebruik, dit bevordert de inname van medicatie. Zeg bijvoorbeeld “’ochtends en ’s avonds” in plaats van tweemaal daags”. Check altijd of je de informatie begrijpelijk hebt uitgelegd. Hiervoor is de terugvraagmethode geschikt. Zie ook: factsheet medicatiegebruik.
  • Controle
    • Bied laagdrempelige vervolg afspraken aan.

Filmpje over de huisarts voor in de wachtkamer.

Vluchtachtergrond, huisartsenpraktijk, mensen met een vluchtachtergrond in de huisartsenpraktijk, asiel.