1.  De meest relevante zaken

  • 60-90% van de migranten uit Midden-Oosten, Zuidoost Azië en Afrika verdragen geen lactose.
  • Behandeling bestaat uit reductie van lactose inname, volledig vermijden is meestal niet nodig.
  • Congenitaal: complete afwezigheid lactase bij de geboorte, zeer zeldzame en ernstige aandoening.
  • Primaire vorm: afname lactase activiteit vanaf tweede levensjaar: 60-90% van volwassen migranten uit Midden-Oosten, Zuidoost Azië, en delen van Afrika; in West-Europa slechts 2-20%.
  • Secundaire vorm: tijdelijke afgenomen activiteit lactase na darminfecties en bij pathologie dunne darm (Giardia Lamblia, Rota virus).
  • Lactase, een enzym dat zich in het slijmvlies van de darm bevindt, zet lactose om in glucose en galactose.
  • Bij een tekort aan lactase komt lactose in de dikke darm waar het wordt vergist door bacteriën. Dit leidt tot gasvorming en heeft een laxerend effect.
  • Lactose is met name aanwezig in melk(producten), smeerkaas, vla en andere zuiveltoetjes, boter, slagroom en roomijs. In zure melkproducten zoals kwark, karnemelk en yoghurt en in Nederlandse kaas zit minder lactose. Lactose komt ook voor in allerlei andere producten, maar meestal zijn deze hoeveelheden dusdanig klein dat ze geen klachten veroorzaken.
  • Waarschijnlijk is er een relatie tussen het al dan niet houden van melkvee (in de afgelopen duizenden jaren) en de prevalentie van lactose-intolerantie in bepaalde gebieden. In Noord-Europa was het gebruikelijk om melkvee te houden, waardoor er een positieve selectie heeft plaatsgevonden van genen die verantwoordelijk zijn voor lactase activiteit, en dus minder lactose-intolerantie voorkomt.

Achtergrond:

  • Lactase zet lactose om in glucose en galactose.
  • Tekort aan lactase geeft lactose intolerantie.
  • Na het tweede levensjaar neemt de lactase productie af.
  • Lactose is aanwezig in voedingsproducten (verborgen lactose, zie Food-info.net, een website van universiteit Wageningen) en in dragerstof van medicamenten, b.v. sommige anticonceptiepillen, NSAID’s, antidepressiva.

Symptomen:

  • misselijkheid
  • buikkramp
  • opgeblazen gevoel
  • flatulentie en diarree
    Optredend 30 min. tot 2 uur na intake lactose houdende producten

Complicaties:

  • Onvoldoende calcium inname door vermijden van melkproducten.
  • Aanvullende diagnostiek
    • Lactose intolerantie wordt aangetoond indien de klachten verdwijnen door lactose weg te laten uit het dieet en terugkomen wanneer opnieuw een flinke hoeveelheid wordt ingenomen.
    • Als bevestiging van klinische diagnose gewenst is: H2 ademtest.
  • Beleid
    • Dieetadvies: lactose inname reduceren. Volledig vermijden is niet nodig: kleine hoeveelheden lactose geven meestal geen klachten en zijn niet schadelijk. De mate waarin lactose moet worden gemeden verschilt per persoon, dit is niet primair afhankelijk van iemands afkomst.
    • Bij incidentele lactosebelasting kunnen lactase tabletten genomen worden (verkrijgbaar bij drogist).
    • Vermijden van lactosehoudende medicatie is niet nodig.
    • Zorg voor voldoende calcium intake, laagdrempelig vitamine D suppletie.
  • MLDS: lactose intolerantie
  • NHG standaard voedselovergevoeligheid
  • Misselwitz B et al. Lactose malabsorption and intolerance: pathogenesis, diagnosis and treatment. United European Gastroenterol J. 2013 Jun;1(3):151-9. doi: 10.1177/2050640613484463.
  • Montalto M et al. Low-dose lactose in drugs neither increases breath hydrogen excretion nor causes gastrointestinal symptoms. Aliment Pharmacol Ther. 2008 Oct 15;28(8):1003-12. doi: 10.1111/j.1365-2036.2008.03815.x
  • Beja-Pereira A et al. Gene-culture coevolution between cattle milk protein genes and human lactase genes. Nat Genet. 2003 Dec;35(4):311-3.
  • Hollox E. Evolutionary genetics: genetics of lactase persistence-fresh lessons in the history of milk drinking. Eur J Hum Genet. 2005 Mar;13(3):267-9.

lactase, lactose, melk, buikklachten