1.  De meest relevante punten

  • Deze tekst is een aanvulling op de NHG standaarden ‘virushepatitis en andere leveraandoeningen’ en ‘het SOA consult’.
  • In Afrika, Azië en delen van Zuid-Amerika is hepatitis B hoog-endemisch.
  • In landen waar hepatitis B hoog-endemisch voorkomt, gebeurt besmetting doorgaans perinataal of op jonge leeftijd (< 5 jaar). Hierbij is de kans op een chronisch verloop zeer hoog.
  • Chronische hepatitis B geeft een hoog risico op levercirrose en hepatocellulair carcinoom.
  • Screen migranten uit hoog risicogebieden actief
  • Men onderscheidt landen waar hepatitis B hoog, intermediair en laag endemisch voorkomt.
    Hoog-endemische gebieden met name in Azië, Afrika en delen van Zuid-Amerika.
  • Circa 45% van de wereldbevolking leeft in hoog-endemisch gebied (prevalentie chronische Hepatitis B infectie ≥ 8%, lifetime risico op infectie > 60%).
  • Wereldwijd: circa 250 miljoen dragers
  • Nederland: circa 40.000 dragers.

Hepatitis B wordt overgedragen door contact met besmette lichaamsvloeistoffen (bloed, sperma, vaginaal vocht). Het virus dringt binnen door beschadigde huid en intacte slijmvliezen.

  • In westerse landen gebeurt transmissie vaak op volwassen leeftijd. Seksuele overdracht en parenterale transmissie bij intraveneuze druggebruikers zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de nieuwe infecties.
  • In ontwikkelingslanden is horizontale transmissie echter de belangrijkste weg van overdracht: binnen het gezin of huishouden is overdracht mogelijk door gemeenschappelijk gebruik van scheermesjes of tandenborstels of andere situaties waarin (vaak onopgemerkt) bloed-bloedcontact plaatsvindt.
  • Perinatale transmissie is zeer efficiënt en speelt een belangrijke rol in hoog- en intermediair-endemische landen. Het risico op perinatale infectie is afhankelijk van de mate van actieve virusreplicatie ten tijde van de bevalling en varieert van 10 tot 90%.
  • Ruim 60% van de infecties in hoog-endemische gebieden worden opgelopen voor de leeftijd van 5 jaar.

Zie NHG standaard ‘virushepatitis en andere leveraandoeningen’.

Met betrekking tot migranten uit hoog- of intermediair-endemische gebieden is het volgende van belang:

  • In het algemeen zal een hevigere immuunrespons op infectie met het hepatitis B virus leiden tot meer ziekteverschijnselen (klinische hepatitis) en een betere klaring van het virus. Een subklinisch verloop gaat frequent gepaard met het ontwikkelen van een chronische hepatitis B infectie.
  • Hoe jonger een kind is als het geïnfecteerd wordt, hoe minder hevig de immuunrespons en hoe groter het risico op het ontwikkelen van chronische hepatitis B:
  • perinatale infectie: > 90% ontwikkelt chronische hepatitis B
  • infectie tussen 1 – 5 jr: 25 – 50% ontwikkelt chronische hepatitis B
  • infectie op volwassen leeftijd: < 5% ontwikkelt chronische hepatitis B
  • Omdat in ontwikkelingslanden de meeste besmettingen plaatsvinden op de leeftijd < 5 jaar, is het risico op het hebben van chronische hepatitis B sterk verhoogd. Er is daarbij vaak geen anamnese van een eerder doorgemaakte hepatitis.
  • Een chronisch verloop is meestal asymptomatisch. Soms is er sprake van moeheid.
    Onbehandeld ontstaat bij ongeveer 20% van de volwassenen met chronisch actieve hepatitis B na 5 tot 25 jaar levercirrose en bij circa 10% van de patiënten met levercirrose ontstaat binnen 5 jaar een levercelcarcinoom.

Zie NHG standaard ‘virushepatitis en andere leveraandoeningen’.

  • Opsporen van chronische hepatitis B (HbsAg) is raadzaam bij migranten uit hoog- of intermediair- endemisch gebied.
  • Verwijs patiënten met een actieve chronische hepatitis B infectie of een ernstige acute hepatitis B infectie naar een hepatitisbehandelcentrum.
  • Controleer patiënten met een inactieve chronische hepatitis B infectie conform de NHG standaard ‘virushepatitis en andere leveraandoeningen’.

hepatitis B, HBV, levercirrose, hepatocellulair carcinoom