1.  De meest relevante punten

  • Wees alert op mogelijke traumatische ervaringen, zoals marteling of geweld, bij patiënten met een vluchtachtergrond. Dit geldt vooral bij lichamelijke klachten die moeilijk te duiden zijn. Let bij lichamelijk onderzoek op littekens die kunnen wijzen op eerdere mishandeling.
  • Begin gesprekken over mogelijke traumatische gebeurtenissen bij voorkeur op een feitelijke en rustige manier. Vermijd directe vragen naar gevoelens in de eerste fase van het contact, om herbeleving en gevoelens van onveiligheid te voorkomen.
  • Met name de psychische gevolgen van martelingen kunnen van invloed zijn op kinderen en gezin.
  • In sommige culturen bestaan onuitgesproken regels en codes bij het omgaan met marteling, met name seksueel geweld. Eer en schaamte spelen hier een grote rol.
  • Angst voor eergerelateerd geweld, verstoting of stigmatisering (‘gek’ verklaard worden) kunnen ertoe leiden dat patiënten het gebeurde verzwijgt, vooral bij gebeurtenissen waar seksueel geweld in voor kwam.

 Zie ook de volgende onderwerpen op deze website:

  • Mensenrechtenorganisaties rapporteren dat in meer dan 150 landen wereldwijd sprake is van systematisch gebruik van marteling.
  • In Nederland heeft naar schatting ruim een derde van de mensen met een vluchtachtergrond, zoals mensen die asiel aanvragen en statushouders, in het verleden marteling en/of seksueel geweld meegemaakt.

Martelmethoden

Wereldwijd zijn er meer dan honderd vormen van marteling gedocumenteerd, Als zorgprofessional kunt u mensen treffen die hiermee in aanraking zijn geweest. Herkenning van mogelijke signalen is belangrijk voor passende zorg en doorverwijzing. Enkele voorbeelden van methoden:

  • Fysiek geweld: slaan met de hand of een voorwerp, bijvoorbeeld op de voetzolen (falaka); verwondingen met een scherp voorwerp.
  • Brandwonden: bijvoorbeeld veroorzaakt door sigaretten of verhitte voorwerpen.
  • Verplettering van lichaamsdelen: bijvoorbeeld op de handen staan.
  • Gedwongen houdingen: ophanging aan armen of benen, langdurige of onnatuurlijke houdingen.
  • Elektrische schokken: toediening op diverse lichaamsdelen.
  • Verstikkingstechnieken: zoals onderdompeling in water of door middel van een zak afdekken van het hoofd.
  • Simulatie van verdrinking: waterboarding/submarino: een doek op het hoofd die steeds nat begoten wordt en het gevoel geeft te verdrinken, of hoofd van slachtoffer wordt in vat geduwd gevuld met water met urine, feces of ander vuil.
  • Chemische blootstelling: irriterende stoffen in ogen of op de wonden, of gedwongen inname.
  • Farmacologisch: onvrijwillige medicatie toediening, toediening van middelen zonder toestemming.
  • Seksueel geweld: waaronder gedwongen seksuele handelingen of het gebruik van voorwerpen.
  • Psychologische intimidatie: dreiging met dood, schijnexecuties, of dreiging richting familieleden.
  • Langdurige isolatie: bijvoorbeeld door sensorische deprivatie.
  • Slaapdeprivatie: langdurige onthouding van slaap.
  • Seksuele of culturele vernedering: aantasting van persoonlijke of culturele integriteit.

Mensen die marteling hebben meegemaakt kunnen zowel lichamelijke als psychische klachten ontwikkelen, direct na de gebeurtenis of pas jaren later. Sommige symptomen nemen in de loop van de tijd af, maar veel klachten blijven langdurig bestaan en kunnen het dagelijks functioneren ernstig beïnvloeden.

  • Somatische gevolgen, algemeen
    Patiënten kunnen klachten van het bewegingsapparaat ervaren, vaak op plekken van het lichaam waar fysiek geweld heeft plaatsgevonden. Deze klachten zijn soms vaag en moeilijk te duiden en leiden niet altijd tot afwijkingen bij aanvullend onderzoek. Toch kunnen deze klachtenjarenlang aanwezig blijven en zeer invaliderend zijn.Daarom is het van belang dat deze klachten aandacht verdienen.
  • Somatische gevolgen, specifiek
    • Littekens door fysiek geweld bijvoorbeeld van zweepslagen, messteken, snijwonden, brandwonden, strakke fixatie (bijv. handboeien).
    • Zwelling, verkleuring of dystrofie  na contusie of beknelling.
    • Weefselschade en chronische pijnklachten aan de voetzolen na herhaald slaan (bij. Falaka)
    • Gevolgen van hoofdtrauma, zoals:
      • Chronische hoofdpijn
      • Geheugen-, gedrags- en concentratieproblemen
      • Gebitsschade
      • Trommelvliesperforatie
    • Slecht genezen fracturen.
    • Gewrichtsproblemen door verdraaiing en overrekking.
    • Zenuwbeschadigingen door afknelling en abnormale rek, zoals schade aan de plexus brachialis (scapula alata) door ophanging aan armen achter de rug.
    • Beschadigingen en littekens aan de geslachtsorganen.
    • Amputatie als gevolg van ernstig letsel.
  • Psychische en Psychiatrische gevolgen
    • Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS), vaak in combinatie met een depressie. Zie hiervoor onderwerp Post traumatische stress stoornis.
    • Complexe PTSS (DESNOS = disorder of extreme stress not other specified).
      Langdurige blootstelling aan interpersoonlijk geweld kan leiden tot complexere vormen van PTSS, waarbij een combinatie van symptomen van PTSS, depressie, somatisatie en persoonlijkheidsstoornissen beide aanwezig zijn.

Het begeleiden van mensen die marteling hebben meegemaakt vraagt om zorgvuldigheid, tijd en vertrouwen. Als huisarts kunt u een belangrijke rol spelen in het herkennen van klachten, het bieden van steun en het verwijzen naar passende zorg.

Vertrouwensrelatie

  • Bouw aan een duurzame behandelrelatie. Vertrouwen ontstaat vaak pas na meerdere consulten en is essentieel voor het bespreken van ingrijpende ervaringen.
  • Betrek indien mogelijk ook het gezin. Versterking van het sociale netwerk kan bijdragen aan het herstel van de patiënt.

Gesprekstechnieken

  • Maak gebruik van ‘het culturele interview’ om op een neutrale manier en respectvolle manier de voorgeschiedenis en het vluchtverhaal te verkennen. Daarbij horen gerichte vragen naar ervaringen van martelingen of ander geweld, maar ook het leven voor deze periode. Dit helpt om het bredere perspectief van de patiënt te begrijpen.
  • Vraag actief naar psychische klachten, want deze worden niet vaak spontaan gemeld. De tien Protect-vragen kunnen hierbij ondersteunend zijn

Consultvoering

  • Plan voldoende tijd in en overweeg meerdere consulten. Maak gebruik van een professionele tolk indien nodig. Zie ook onderwerp Taalbarrière / inzet tolk.
  • Voer een zorgvuldig lichamelijk onderzoek uit en leg uw bevindingen goed vast in het dossier.
  • Psycho educatie: Leg uit dat de psychische klachten een gevolg kunnen zijn van ingrijpende ervaringen en invloed kunnen hebben op het functioneren in studie, werk of relaties. Symptomen kunnen in de loop der tijd verminderen, maar ook na jaren terugkeren. Herinneringen blijven vaak aanwezig. Verwijs zo nodig naar traumabehandelcentra (zie kopje Adressen).

Behandeling

  • Medicamenteus: zie onderwerp Post traumatische stress stoornis.
  • Verwijs bij voorkeur naar  gespecialiseerde GGZ-centra met ervaring in traumabehandeling bij mensen met een vluchtachtergrond en mensen met martelervaring; zie  Adressen.
  • Op verzoek van (de advocaat van) uw patiënt kunt u informatie verstrekken over de aard van de klachten, de diagnose en de behandeling aan derden. Wees terughoudend bij vragen die buiten uw expertise vallen, zoals forensische beoordelingen.
  • Het instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek kan (iMMO, Stichtingimmo.nl) kan op aanvraag een onafhankelijk forensisch onderzoek uitvoeren, ter ondersteuning van een asielaanvraag. Dit kan worden aangevraagd door de patiënt zelf of diens advocaat.

Folder ‘Als je stress hebt, veel denkt en slecht slaapt’
Deze folder is in eenvoudig Nederlands voor mensen met een vluchtachtergrond en psychische klachten. De folder geeft informatie over klachten en wat je er zelf aan kunt doen.

GGZ-brochures in diverse talen (elke brochure bevat een Nederlandse vertaling):

  • Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek
  • Mensen met een vluchtachtergrond of mensen die asiel aanvragen worden in de regionale GGZ behandeld. Voor mensen in asielzoekerscentra (AZC’s) zijn hierbij tolken gratis inzetbaar. Dit geldt niet voor mensen met een vluchtachtergrond die in gemeenten wonen. Dit belemmert de toegang tot de GGZ zorg vaak. Behandeling in eigen taal met aandacht voor culturele context is essentieel. Dit gebeurt bij interculturele GGZ instellingen zoals I-Psy.
  • Er zijn enkele GGZ-instellingen die meer gespecialiseerd zijn en supraregionaal of landelijk werken in de GGZ voormensen die asiel aanvragen of een vluchtachtergrond hebben.

marteling, martelen, foltering, verkrachting, trauma, ptss, seksueel geweld, depressie, angststoornis, asielzoekers, vluchteling, falakka, submarino, hersenschade, desnos, culturele interview, mensenrechten, Istanbul protocol