1.  Algemeen

Culturele verschillen zijn vaak het meest evident rondom grote life-events, zoals geboorte en overlijden. Wanneer je als zorgverlener in aanraking komt met patiënten met een migratieachtergrond rondom zwangerschap en geboorte, kun je op verschillen in beleving stuiten. Deze kunnen samenhangen met de migratie achtergrond, maar kunnen ook het gevolg zijn van verschillen in sociaaleconomische status en gezondheidsvaardigheden. Een algemeen overzicht van culturele verschillen rondom zwangerschap en kraamperiode is daarom niet te geven. Goede kwaliteit van zorg kenmerkt zich door zorg die effectief, efficiënt en persoonsgericht is. Als zorgverlener is het belangrijk om in gesprek te gaan met je patiënt en persoonsgerichte zorg als uitgangspunt te nemen.

Deze richtlijn geeft een schets van situaties waar een zorgverlener bedacht op zou kunnen zijn bij de zorg aan vrouwen met een migratieachtergrond rondom zwangerschap en geboorte. De belangrijkste competentie bij de zorg voor deze groep blijft culturele sensitiviteit en een gezonde dosis nieuwsgierigheid.

  • Veel migranten zijn niet gewend aan het gezondheidssysteem waar ze in terecht gekomen zijn. Het maakt hierbij niet uit of ze afkomstig zijn uit Europa of van elders.
  • Informatievoorziening is vaak onvoldoende om onduidelijkheid weg te nemen.
  • Bij sommige migranten is (onterechte) angst voor de kosten van gezondheidszorg een reden om niet naar een verloskundige of andere professional toe te gaan
  • Taalbarrières kunnen leiden tot miscommunicatie en fouten in de gezondheidszorg. Gebruikmaken van formele tolken kan dit voorkomen.
  • Het laten optreden van de partner of een familielid als tolk kan leiden tot gevoelens van kwetsbaarheid en schaamte bij de patiënt.

In veel landen, maar niet in Nederland, worden anticonceptiemiddelen voorgeschreven in speciale family planning klinieken. Dat voorbehoedsmiddelen door een huisarts of verloskundige kunnen worden voorgeschreven en (in het geval van een spiraal of hormoonstaafje) kunnen worden ingebracht, is niet altijd bekend.

  • Vruchtbaarheid en het krijgen van kinderen is in alle culturen, ook in de Nederlandse cultuur, belangrijk.
  • In sommige culturen kan het niet (kunnen) krijgen van kinderen door een vrouw leiden tot sociale uitsluiting of verstoting door de echtgenoot.
  • Fertiliteitsonderzoeken en behandelingen zoals IVF en ICSI worden voor asielzoekers niet vergoed.
  • Het is belangrijk om tijdens een zwangerschap de context van de migrant niet uit het oog te verliezen. Contextuele factoren (zoals verblijfsonzekerheid, een asielprocedure of psychosociale belasting) kunnen van invloed zijn op de zwangerschap en het gebruik van zorg tijdens zwangerschap.
  • Voor veel mensen met een migratieachtergrond is het Nederlandse zorgsysteem en de rol van geboortezorgprofessionals niet altijd bekend. Het systeem van thuis bevallen en een eerstelijns verloskundige is tamelijk uniek in de wereld.
  • Met de eerstelijns verloskundige, die interventies mag doen en medicatie mag voorschrijven, hebben veel mensen geen ervaring. Indien geen goede voorlichting wordt gegeven kan dit leiden tot wantrouwen of een verzoek voor behandeling door de gynaecoloog.
  • Sommige interventies die in Nederland tijdens een zwangerschap door verloskundig hulpverleners worden gedaan, zijn bij migranten niet bekend en kunnen leiden tot angst of wantrouwen. Het is daarom belangrijk om interventies goed uit te leggen.
  • Het informeren van zwangeren met een migratieachtergrond over prenatale counseling en prenatale diagnostiek wordt door veel verloskundig hulpverleners als moeizaam ervaren. Het gebruiken van een professionele tolk kan dit proces vereenvoudigen.
  • Bekendmaking van de zwangerschap gebeurt in veel culturen pas later in de zwangerschap. Dit heeft soms te maken met het besef dat het nog mis kan gaan. Dit is ook een reden waarom zwangere vrouwen met een migratieachtergrond soms later op de eerste zwangerschapscontrole verschijnen.
  • Uit onderzoek blijkt dat zwarte- en Aziatische vrouwen een groter risico hebben op zwangerschapscomplicaties zoals pre-eclampsie en een intra-uteriene vruchtdood, ook na correctie voor sociaaleconomische status. Het is dus belangrijk om hierop bedacht te zijn bij een zwangerschap.
  • Tijdens de zwangerschap kunnen niet-westerse vrouwen er soms andere gewoonten op na houden, zoals andere voedingsvoorschriften, hygiënemaatregelen of gebruiken rondom seksualiteit.
  • Bij vrouwen uit risicolanden voor meisjesbesnijdenis, in onder andere Oost- en West-Afrika, Egypte, Jemen en Noord-Irak, bestaat een grote kans dat zij besneden zijn. Dit dient te worden besproken tijdens het eerste consult in de zwangerschap, zodat de mate van besnijdenis kan worden geïdentificeerd. Dit dient te worden gedocumenteerd in medisch dossier en/of op verloskundige kaart.
  • Van de mensen met een migratieachtergrond zijn vooral vluchtelingen extra kwetsbaar voor een onbedoelde zwangerschap. Zij hebben soms onvoldoende toegang gehad tot anticonceptie- en noodmiddelen en lopen extra risico om in aanraking gekomen te zijn met seksueel geweld en mensenhandel.
  • Nederland heeft liberale abortuswetgeving. De mogelijkheid van een veilige abortus in een gespecialiseerd centrum is bij mensen met een migratieachtergrond niet altijd bekend.
  • Bij een ongewenste zwangerschap kunnen gevoelen van angst, schaamte, wantrouwen en weerstand jegens hulpverlening ontstaan. Dat maakt soms dat hulpverleners onzeker raken over hun eigen handelen.
  • Bij het bespreekbaar maken van een ongewenste zwangerschap en de mogelijkheden daarbij, is het belangrijk om een (telefonische) tolk in te schakelen.
  • Sommige interventies die in Nederland tijdens een bevalling worden gedaan zijn bij migranten niet bekend en kunnen leiden tot angst of wantrouwen. Het is daarom belangrijk om interventies goed uit te leggen.
  • Dat een bevalling onder begeleiding van een geboorteprofessional op verschillende plekken kan plaatsvinden (ziekenhuis, geboortecentrum, thuis) is voor veel vluchtelingen niet bekend. De mogelijkheid van een thuisbevalling is voor veel mensen met een migratieachtergrond niet bekend.
  • Veel zwangeren met een migratieachtergrond zullen liever in het ziekenhuis dan thuis bevallen.
  • Veel migranten zijn niet bekend met de functie en bekwaamheden van de Nederlandse verloskundige. Zij geven eerder de voorkeur aan een gynaecoloog.
  • Sommige migranten kunnen op grond van hun geloofsovertuiging, of door schaamte, de voorkeur geven aan vrouwelijke hulpverleners.
  • Tijdens de bevalling zijn er soms nog andere vrouwen (zus, moeder) ter ondersteuning aanwezig. De echtgenoot is in sommige culturen niet aanwezig bij de bevalling.
  • De horizontale baringshouding, die in Nederland onder invloed van gynaecologen veel gebruikt wordt, is voor veel vrouwen niet de voorkeurshouding tijdens de baring. Afwisseling van houding bevordert de voortgang van de baring.
  • Moedersterfte en complicaties rondom de geboorte komen meer voor bij vluchtelingen en mensen met een migratieachtergrond, ook na correctie voor sociaaleconomische status.
  • Bij vrouwen uit onder andere Oost- en West-Afrika, Egypte, Jemen en Noord-Irak bestaat een grote kans dat zij besneden zijn. Dit is een aandachtspunt tijdens de bevalling dat in sommige gevallen tot de noodzaak van een de-infibulatie kan leiden.
  • Het Nederlandse systeem met kraamzorg is voor veel migranten niet bekend. Vrouwen met een migratieachtergrond zijn daarom soms minder geneigd gebruik te maken van kraamzorg.
  • In veel culturen is het de gewoonte om tijdens de kraamperiode begeleid te worden door vrouwen uit de familie, zoals de moeder of zus. Hierbij speelt soms ook mee dat er op deze manier geen taalbarrière of cultuurverschil met een Nederlandse kraamverzorgende is.
  • In sommige culturen vindt naamgeving van de pasgeborene pas later in het kraambed plaats. De geboorte van een kind moet binnen drie dagen worden aangegeven bij de gemeente.
  • Er zijn veel verschillende gebruiken rondom borstvoeding, ook wat betreft duur van het voeden. Net als sommige Nederlandse vrouwen, geven sommige migranten de voorkeur aan flesvoeding boven borstvoeding.
  • Bij kraamvrouwen uit landen waar meisjesbesnijdenis voorkomt, is het belangrijk om het risico op besnijdenis bij het pasgeboren meisje te inventariseren. De verloskundig hulpverlener maakt het onderwerp bespreekbaar als onderdeel van haar takenpakket in het kraambed.
  • In sommige culturen worden pasgeboren jongetjes na de geboorte besneden. Het KNMG standpunt is dat het zonder medische reden chirurgisch verwijderen van de voorhuid bij jongens een schending van fundamentele kinderrechten is. Jongensbesnijdenis is niet verboden.
  • Website Zanzu van Rutgers met informatie over seksuele gezondheid in 16 talen.
  • Informatie, tips en oefeningen om je te helpen bij vragen rond seksualiteit.
  • Begrijp je Lichaam: Eenvoudige uitleg en beeldmateriaal die zorgverleners kunnen gebruiken bij het geven van uitleg aan de patiënt.
  • Informatie over het inzetten van een tolk.
  • Lefèber Y & Voorhoeve HWA (2022). Wereldwijde gebruiken, wereldvreemd in Nederland: KNMG standpunt jongensbesnijdenis.
  • KNOV-standpunt vrouwelijke genitale verminking, 2012
  • Leidraad Medische Zorg voor vrouwen en meisjes met vrouwelijke genitale verminking. 2019.
  • Birthing Position revisited; examining the evidence for a routine practice. Ank de Jonge Proefschrift Radboud Universiteit 2007
  • Ongewenste zwangerschap bij asielzoekers en vluchtelingen.
  • Anticonceptie bij vluchteling en nieuwkomers.
  • Fair F, Raben L, Watson H, Vivilaki V, Muijsenbergh M van den, Soltani H. Migrant women’s experiences of pregnancy, childbirth and maternity care in European countries: A systematic review. PLoS One. 2020;15(2):1–26.
  • Richters A. Socio-cultural plurality in obstetrics and gynaecology in The Netherlands. Research note. Ethn Heal. 2000;5(2):127–36.
  • Koopmanschap I, Martin L, Gitsels – van der Wal J, Suurmond J. Counselling for prenatal anomaly screening to migrant women in the Netherlands: An interview study of primary care midwives’ perceived barriers with client–midwife communication. Eur J Midwifery 2022;6(May):1–9.
  • Liu B, Nadeem U, Frick A, Alakaloko M, Bhide A, Thilaganathan B. Reducing health inequality in Black, Asian and other minority ethnic pregnant women: impact of first trimester combined screening for placental dysfunction on perinatal mortality. BJOG An Int J Obstet Gynaecol. 2022;(December 2021):1750–6.
  • Small R, Roth C, Raval M, Shafiei T, Korfker D, Heaman M, et al. Immigrant and non-immigrant women’s experiences of maternity care: A systematic and comparative review of studies in five countries. BMC Pregnancy Childbirth. 2014;14(1).
  • Arousell J, Carlbom A. Culture and religious beliefs in relation to reproductive health. Best Pract Res Clin Obstet Gynaecol [Internet]. 2016;32:77–87.