Dit artikel is momenteel in revisie. Daardoor kan het verouderde achtergrondinformatie bevatten of niet-inclusief taalgebruik. Alle artikelen worden periodiek gereviewd om nieuwe inzichten uit onderzoek of inclusief taalgebruik te verwerken.

In aanvulling op:

1. De meeste relevante punten

  • Deelname aan screening is over het algemeen lager bij mensen met een migratieachtergrond.
  • Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker is de deelname van mannen lager dan die van vrouwen.
  • Informatie en advies door de huisarts verhoogt deelname.
  • Veel migranten hebben gebrek aan kennis over nut preventie en vroege behandeling van kanker.
  • Volwassen kinderen spelen een belangrijke rol in de deelname aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker, zowel in het informeren van potentiële deelnemers als de praktische uitvoering (afspraak maken, vervoer, samen naar afspraak).
  • In Nederland worden drie verschillende bevolkingsonderzoeken gedaan (bvo’s): naar baarmoederhals-, borst- en darmkanker. Wil een bevolkingsonderzoek effectief zijn, dan moet de opkomst per bvo > 60% zijn.
  • De opkomstcijfers van deze onderzoeken laten een dalende trend zien.
    Cijfers deelnamegraad RIVM:

    • Baarmoederhalskanker: 2020 49,7% – 2019 56%
    • Borstkanker: 2020: 70,7% – 2019: 76%. (verschil mogelijk verklaarbaar door covid pandemie)
    • Darmkanker: 2020: 71,6% – 2019: 71,8%

De daling in deelname lijkt mede verklaard te worden door de covid-19-pandemie, samen met een tijdelijk lager aantal verstuurde uitnodigingen voor de bevolkingsonderzoeken borstkanker en baarmoederhalskanker. Wat verder opvalt in de deelnamecijfers:

  • Bij alle bvo’s blijkt het geboorteland gerelateerd aan deelname: mensen die buiten Nederland zijn geboren, nemen minder vaak deel aan het bevolkingsonderzoek.
  • Voor bvo baarmoederhals- en borstkanker zijn woonplaats en sociaal-economische status (SES) bepalend voor de opkomst. Vrouwen in stedelijke gebieden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en/of behorend tot lagere SES-groepen doen minder vaak mee aan het bvo.
  • In de 4 grote steden zijn de opkomstcijfers van alle 3 de bvo’s lager dan de effectieve grens van 70%. Het lijkt erop dat de opkomst ongelijk verdeeld is naar medische risico’s en naar sociaal-economische achtergrond.
  • Actieve uitnodiging en gerichte voorlichting door de huisarts ver hogen de deelname.
  • Mensen met een migratieachtergrond hebben vaak beperkte of onjuiste kennis over kanker. In sommige gemeenschappen bestaat een taboe op kanker, wat kan leiden tot sociale uitsluiting.

Uit onderzoek, waaronder gesprekken met mensen met een migratieachtergrond, blijkt dat de lagere opkomst bij bevolkingsonderzoeken wordt beïnvloed door verschillende factoren:

  • Gebrek aan kennis over:
    • Baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek.
    • Preventie: Het idee dat afwezigheid van klachten betekent dat er geen ziekte is.
    • Kanker en behandeling: de overtuiging dat kanker altijd leidt tot overlijden.
    • Praktische informatie over het bevolkingsonderzoek: bijvoorbeeld onbekendheid met het feit dat de mammogrammen in de bus (bijna) altijd door vrouwelijke medewerkers worden gemaakt. Of onbekendheid met de zelfafnameset van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.
  • Factoren die met cultuur te maken kunnen hebben:
    • Voorkeur voor een vrouwelijke zorgverlener bij intieme onderzoeken.
    • Het gevoel dat gezondheid en ziekte buiten eigen controle liggen (fatalisme)
    • Schaamte en culturele taboe rondom bepaalde ziektes of lichaamsdelen.
    • De perceptie  dat baarmoederhalskanker afbreuk doet aan vrouwelijkheid en vruchtbaarheid.
    • Angst voor ernstige diagnosis, kanker, overlijden of het achterlaten van kinderen.
    • In het geval van darmkanker: schaamte rondom het onderwerp ontlasting en ongemak bij het gebruik van de ontlastingstest.
  • Organisatorische en praktische belemmeringen:
    • Nederlandstalige uitnodigingsbrief en informatiebrochure zijn niet begrijpelijk.
    • Bvo baarmoederhals: Twijfel over het correct kunnen uitvoeren van de zelfafnameset en daarmee over de betrouwbaarheid van de uitslag.
    •  Afhankelijkheid van anderen voor het begrijpen van informatie en het regelen van deelname, vooral bij beperkte beheersing van de Nederlandse taal.
    • Moeilijke bereikbaarheid van screeningslocaties.
    • Men moet zelf actie ondernemen (aanvragen zelfafnameset, afspraak maken huisarts).
  • De bovenstaande factoren worden versterkt wanneer mensen minder gezondheidsvaardig zijn.
  • Gebrek aan vertrouwen in of kennis van de Nederlandse gezondheidszorg.

Factoren die deelname aan bevolkingsonderzoeken bevorderen:

  • Een hoge waargenomen ernst van de ziekte.
  • Sociale steun vanuit de omgeving.
  • De korte tijdsduur die nodig is om een uitstrijkje te laten maken.
  • Geloofsovertuiging die het belang van goede zelfzorg benadrukt.
  • Het is aan te raden om mensen die in aanmerking komen voor het bevolkingsonderzoek borstkanker, baarmoederhalskanker en/of darmkanker, actief te informeren over het belang van deelname. Betrek hierbij ook naasten, zoals partners en kinderen, omdat zij vaak een belangrijke rol spelen in de besluitvorming.
  • Let op het eigen taalgebruik en controleer of je de informatie begrijpelijk hebt uitgelegd. Gebruik hiervoor de terugvraagmethode. Vermijd of leg medische termen duidelijk uit. Termen als ‘remissie’, ‘vlekken’, ‘goedaardig’ en ‘positief’ (bij een slechte uitslag) zijn vaak niet begrijpelijk.
  • Wees alert op signalen van mogelijke erfelijke aanleg voor kanker. Bekijk de verwijscriteria. Tegelijkertijd is het belangrijk om uit te leggen dat iemand kanker kan krijgen zonder dat het in de familie zit.
  • Voorlichting is waardvol over de volgende thema’s :
    • Het belang van preventie en vroegtijdige behandeling.
    • De mogelijkheid om het onderzoek van borsten / cervix uit te laten voeren door vrouwelijke zorgverleners
    • Praktische oplossingen voor organisatorische problemen zoals reistijd en vervoer.
  • Besteed in je uitleg aandacht aan factoren die deelname aan bevolkingsonderzoeken kunnen bevorderen of belemmeren (zie punt 2)
  • Geef begrijpelijke informatiefolders of verwijs naar betrouwbare websites, bij voorkeur in de taal van de patiënt (indien beschikbaar). Het RIVM biedt vertalingen van de voorlichtingsfolders op de website beschikbaar (zie voorlichtingsmateriaal).

Kanker, preventie, borstkankerscreening, cervixscreening, darmkankerscreening, bevolkingsonderzoek