1. De meest relevante punten

  • Importziekte bij migranten / reizigers uit Afrika, Suriname.
  • Acute infectie (koorts en urticaria), vooral bij reizigers.
  • Chronische worminfectie met darm, lever of blaassymptomen,vooral bij migranten uit endemische gebieden.
  • Eerste stadia verlopen vaak asymptomatisch: bij reizigers die risico hebben gelopen is het dus altijd raadzaam serologie te bepalen!
  • Wereldwijd geschat 200 miljoen mensen geïnfecteerd, van wie 20 miljoen ernstig ziek(1).
  • Voorkomen met name in Sub-Sahara Afrika (85% van alle geïnfecteerden), maar ook in delen van Zuid-Amerika, Azië en het Midden-Oosten (1)(2).
  • Er zijn 5 soorten schistosomen die bij de mens worden gevonden, elke soort heeft zijn eigen verspreiding(3)(4):
    • S. haematobium: Afrika en Midden-Oosten (Egypte)
    • mansoni: Afrika, Midden-Oosten en Zuid-Amerika (o.a. Brazilië, kuststreken van Suriname en Venezuela, enkele Caribische eilanden):
    • intercalatum: Centraal-Afrika
    • japonicum: Azië (China, Filippijnen, Thailand, Indonesië)
    • mekongi: Cambodja, Laos
  • In Nederland geschat enkele honderden nieuwe gevallen per jaar met name bij mensen reizend of migrerend vanuit Afrika, minder frequent vanuit Zuid-Amerika(1).

schistosomiasis

Schistosomiasis is een infectie met parasitaire wormen: schistosomen. Besmetting vindt plaats door huidcontact met, of drinken van besmet zoet water. Door urine of feces van mensen met schistosomiasis komen de schistosoom-eieren in het water. Via de zoetwaterslak als tussengastheer ontwikkelen de eieren zich tot zwemmende schistosoom-larven (ook wel: cercariën). Deze larven kunnen overal op het menselijk lichaam de huid binnendringen. Vervolgens komen de schistosomen via de bloed- en lymfebaan in de longen en daarna in de lever, waar ze verder uitgroeien. Als volwassen schistosomen gaan ze naar hun definitieve plek om eieren te leggen, waar dit is, is afhankelijk van het type schistosoom. Zie ook de levenscyclus in de afbeelding hieronder.

Schistosomiasis of Bilharziose: levensloop

Klinische symptomen ontstaan door weefselreactie op de wormeieren.

De voorkeurslokalisatie voor het leggen van eieren is:

  1. Darm: S. mansoni, S. japonica, S. intercalatum en S. mekongi
  2. Blaas: S. haematobium
  3. Ectopische lokalisaties: schistosoma elders in het lichaam (zeldzaam)

Symptomen:

Asymptomatische infectie komt voor; de patiënt ontwikkelt nooit of pas in een laat stadium klachten. Symptomatologie is afhankelijk van de lokalisatie en de hoeveelheid wormen. Dit verklaart het vaak veel mildere beloop van de ziekte bij reizigers dan bij de lokale bevolking (frequente re-infectie). Ernstige chronische klachten komen vooral voor bij mensen uit endemisch gebied.y

  1. Cercariën dermatitis (swimmer’s itch)jeuk en papulaire huiduitslag na besmetting op plaats waar de larven de huid binnen zijn gedrongen. Treedt snel op na besmetting en kan enkele dagen duren.

2. Acute schistosomiasis / Katayama syndroom: 2 tot 6 weken na infectie bij niet-immune personen (reizigers,of personen met een migratie-achtergrond die het land van herkomst bezoeken):

  • koorts, moeheid, spierpijn, nachtzweten
  • diarree, buikpijn, gewichtsverlies, gewrichtspijn
  • hoest, dyspnoe,
  • urticaria, hepatosplenomegalie, lymfadenopathie
  • vaak eosinofilie

De acute symptomen kunnen vanzelf verdwijnen, maar de patiënt blijft geïnfecteerd met de schistosoom-wormen.

  1. Chronische schistosomiasis: de parasiet leeft in de bloedbaan en produceert eieren. Door ei-afzetting in de weefsels ontstaat granuloomvorming met inflammatie en fibrose. Hierdoor kan maanden tot jaren na infectie ernstige chronische schistosomiasis met klachten ontstaan:

Darm schistosomiasis:

  • bloed, slijm op de ontlasting
  • soms dysenterie, buikpijn en diarree
  • Complicaties (alleen bij grote wormlast door herhaalde blootstelling)
    • Portale hypertensie: ascites, slokdarmvarices, hematemesis, splenomegalie
    • Leverfibrose (NB leverwaarden blijven vaak lang goed)

Blaas schistosomiasis:

  • macroscopische hematurie, bij vooral de terminale mictie
  • Complicaties (alleen bij grote wormlast door herhaalde blootstelling)
    • Blaaswandverkalking, hydro-ureter, hydronefrose, blaaspoliepen en blaascarcinoom

Ectopische lokalisaties:

  • longen: longfibrose en pulmonale hypertensie, cor pulmonale
    • genitaliën: ulcera van cervix, vulva of vagina, infertiliteit, hematospermie
  • centraal zenuwstelsel: dwarslaesie, CVA, epilepsie
  • huid: papulaire dermatitis
  • Anamnese
    • Contact met zoet water in risicogebied?
    • Zwemmersjeuk?
    • Acute schistosomiasis / Katayama-syndroom:
      • Koorts, moeheid, spierpijn, nachtzweten, hoesten, dyspnoe, , diarree, buikpijn, gewichtsverlies, gewrichtspijn, urticaria
    • Chronische schistosomiasis en compliaties:
      • urologische klachten: hematurie
      • maag-darmklachten: buikpijn, diarree, bloed of slijmbijmenging
      • specifieke anamnese bij vermoeden van complicaties
  • Lichamelijk onderzoek
  1. Cercariën dermatitis / zwemmersjeuk: papulaire huiduitslag
  2. Acute schistosomiasis / Katayama-syndroom:
    • koorts, lymfeklieren, urticaria
    • wheeze
    • hepatomegalie, splenomegalie
  1. Chronische schistosomiasis en complicaties:
  • tekenen van portale hypertensie: splenomegalie, varices buikwand, ascites
  • tekenen van hydronefrose: blaasretentie
  • Aanvullend onderzoek(1)(8)
    Bloed: serologie wordt positief 4-7 weken na infectie, Bij risico-blootstelling en acute schistosomiasis / Katayama syndroom is serologisch onderzoek aangewezen. Serologie kan geen onderscheid maken tussen oude of nieuwe infecties en is daarom minder zinvol bij mensen die al een infectie hebben doorgemaakt of mensen met een migratie-achtergrond uit gebieden waar infectie endemisch is.
  • Urine of feces:
    Bij acute schistosomiasis / Katayama syndroom is dit niet zinvol omdat de eiproductie dan nog niet op gang is gekomen.

    • PCR en microscopisch onderzoek is mogelijk. Vanwege een hogere betrouwbaarheid wordt PCR aangeraden. Kies voor insturen van urine of feces afhankelijk van de klachten en geografische gebied waar mogelijk blootstelling is geweest.
    • Instrueer de patiënt in het geval van urine-onderzoek om het laatste deel van de mictie op te vangen, geproduceerd rond het midden van de dag na activiteit (bijvoorbeeld traplopen of fietsen).
  • Hematologie: in acute fase: eosinofilie
    Bij chronische infectie en complicaties is de eosinofilie meestal gering
  • Opsporen van complicaties: lab (nierfunctie), echografie, scopie (colonoscopie, blaas), biopsie
  • Niet-medicamenteus advies: Preventie:
    • Vermijden van contact met zoet water in risico gebieden (ook als drinkwater)
    • Er is geen medicamenteuze profylaxe
    • Bij positieve serologie: opsporen infectie bij medereizigers! (ook als ze geen ziekteverschijnselen hebben).
  • Medicatie: asymptomatische en lichte infecties kunnen door de huisarts behandeld worden met een eenmalige dosis praziquantel. Praziquantel (Biltricide®) is voor alle soorten het middel van eerste keus, de dosering verschilt per soort (zie ook Farmacotherapeutisch kompas(9))
    • Contra indicatie: cysticercicosis oog.
    • Alle infecties, ook lichte, dienen behandeld te worden
  • Verwijzen
    Acute schistosomiasis / Katayama-syndroom of gecompliceerde ziekte: overleg met/verwijzing naar internist-infectioloog.
  • Controle
    Controle van behandeling van lichte of asymptomatische infecties is niet zinvol:
  • Eenmalige dosis praziquantel is effectief.
  • Serologie blijft jaren positief, ook na succesvolle behandeling.
  • Bij lichte infectie of bij jarenlang bestaande infectie kan de eiproductie laag zijn. Het ontbreken van eieren in feces of urine is dus geen bewijs van succesvolle behandeling.
  • Colley DG, Bustinduy AL, Secor WE, King CH. Humans schistosomiasis. Lancet. 2014;383(9936):2253–64.
  • Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde:
  • Tijdschr. Geneeskd. 2001;145:220-5 (koorts en eosinofilie, al dan niet met urticaria, na een reis door Afrika: acute schistosomiasis)
  • Tijdschr. Geneeskd 2001;145:932-3 (schistosomiasis als importziekte; diagnose en therapie)
  • Tijdschr. Geneeskd. 2004;148;1928-30 (een Surinaamse man met bloederige diarree na jarenlange onbekende schistosomiasis)
  • Tijdschr. Geneeskd. 2004;148:1145 (diagnose in beeld. Een man met intermitterende macroscopische hematurie)
  • Tijdschr. Geneeskd. 2008;152:951-5 (een jonge vrouw uit Kameroen met rectaal bloedverlies, intestinale schistosomiasis en rectosigmoidcarcinoom
  • Tijdschr. Geneeskd 2009;153: A196 (neuroschistosomiasis. Een onverwachte bevinding bij een Nederlandse vrouw)

schistosomiasis, schistosomen, bilharzia, bilharziose, zwemmersjeuk, swimmer’s itchatayama-syndroom, cercarien dermatitis, neurobilharziose, neuroschistosomiasis, bloedbot, hematurie, rectaal bloedverlies, koorts, hepatomegalie, eosinofilie

  1. LCI RIVM. Richtlijn Schistosomiasis [Internet]. [cited 2023 Aug 12]. Available from: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/schistosomiasis#epidemiologie
  2. Mutapi F, Maizels R, Fenwick A, Woolhouse M. Human schistosomiasis in the post mass drug administration era. Lancet Infect Dis [Internet]. 2017;17(2):e42–8. Available from: http://dx.doi.org/10.1016/S1473-3099(16)30475-3
  3. Weerakoon KGAD, Gobert GN, Cai P, McManus DP. Advances in the diagnosis of human schistosomiasis. Clin Microbiol Rev. 2015;28(4):939–67.
  4. Colley DG, Bustinduy AL, Secor WE, King CH. Humans schistosomiasis. Lancet. 2014;383(9936):2253–64.
  5. CDC. Life Cycle Schistosomiasis [Internet]. [cited 2023 Aug 12]. Available from: https://www.cdc.gov/dpdx/schistosomiasis/index.html
  6. Robert Davidson, Andrew Brent AS. Oxford Handbook of Tropical Medicine. 4th ed. Oxford University Press; 2014. 344–347 p.
  7. Afbeelding swimmer’s itch [Internet]. Available from: http://www.huidziekten.nl/afbeeldingen/swimmersitch1.jpg
  8. Diagnostiek Schistosoma [Internet]. [cited 2023 Aug 17]. Available from: https://www.rivm.nl/schistosomiasis-bilharzia/diagnostiek-schistosoma
  9. Farmacotherapeutisch kompas Praziquantel [Internet]. [cited 2023 Aug 18]. Available from: https://www.farmacotherapeutischkompas.nl/bladeren/preparaatteksten/p/praziquantel