1. De meest relevante punten
  • Deze informatie gaat over mantelzorgers van ouderen die naar Nederland gemigreerd zijn. De gebruikte literatuur gaat grotendeels over ouderen die gemigreerd zijn vanuit Turkije, Marokko, Suriname, Indonesië en China.
  • Ga niet uit van cultuur als verklarende factor bij zorgvragen, omdat dit het zien van oorzaken van zorgvragen en reflecteren op het eigen handelen als professional bemoeilijkt (proefschrift Menal Ahmad).
  • Veel mantelzorgers van oudere migranten vinden mantelzorg een vanzelfsprekende zaak voor de (vrouwelijke) familie.
  • De mantelzorg bestaat ook uit verpleegkundige hulp (medicijnen klaarzetten), persoonlijke verzorging (hulp bij douchen of toiletbezoek) en huishoudelijke ondersteuning (2020 SCP Blijvende bron van zorg)
  • In de dagelijkse praktijk is het vaak één mantelzorger die zorgt, ook bij grote families.
  • Het delen van zorg en het gebruik van bestaande zorgvoorzieningen vindt minder plaats.
  • Overbelasting van de mantelzorgers van oudere migranten komt dan ook veel voor.
  • In Nederland verleent 1 op de 3 16+ers mantelzorg, waarvan 17% langdurig en intensief (2019 SCP Matelzorgers in het vizier)
  • Het aantal mensen met een migratieachtergrond van 55 jaar en ouder is snel toegenomen van 183.000 in 2010 tot 445.000 in 2025. Met het toenemen van het aantal ouderen met een migrantieachtergrond, neemt ook – mede gelet op hun minder goede gezondheidstoestand – de behoefte aan mantelzorg toe.
  • Landelijke cijfers over het aantal mantelzorgers met een migratieachtergrond geven geen goed beeld van de werkelijkheid. Dit komt omdat bij veel mensen met een migratieachtergrond het zo vanzelfsprekend is dat familieleden voor zieken en ouderen zorgen, dat men er geen apart woord voor heeft in de moedertaal. Zij melden het verlenen van mantelzorg vermoedelijk minder in enquêtes (oratie Prof.dr.ir. Alice de Boer (2017).Mantelzorgers hebben meer kans op overbelasting door verschillende oorzaken:
    • barrières bij ouderen zelf in het vermogen om de eigen zorgbehoefte goed te zien door beperkte gezondheidsvaardigheden, gezondheidsopvattingen en -vertrouwen, en verwachtingen; ook voor mantelzorgers is dit een probleem;
    • vaak wonen mantelzorger en verzorgde onder één dak;
    • zij leveren intensievere zorg (gem. 8,5u per week t.o.v. 7,1u bij Nederlanders die niet gemigreerd zijn) met extra taken zoals tolken bij doktersbezoek (SCP 2020);
    • Kwantitatief onderzoek laat zien dat ouderen met een migratieachtergrond veel minder uren aan langdurige (thuis)zorg ontvangen dan andere ouderen met dezelfde zorgindicatie (Bakx et al. 2020). Bij vluchtelingen komt het voor dat zij een klein netwerk hebben, wat het risico van overbelasting door mantelzorg extra groot maakt.
  • Nederlandse zorg is ingesteld op zelfredzaamheid, activering en het voorkomen van functieverlies. Binnen families van veel ouderen met een migratieachtergrond kan dit tot spanningen leiden, vanwege verschillende verwachtingen van zorg. Zo verwachten veel ouderen een bevestiging van de ‘ziekenrol’ waarin goed verzorgd worden en rust houden goed is.. De mantelzorgers willen veelal ook aan deze wensen voldoen, maar krijgen ook het advies van zorgverleners de zieke te laten bewegen en zo veel mogelijk de dagelijkse dingen zelf te doen. Zij zitten als het ware ‘klem in de culturele mix’.
  • Voor veel mensen met een migratieachtergrond is familiezorg het ideaal. In de praktijk gaat het vaak om te zware mantelzorg voor één paar schouders. In het ideale plaatje van familiezorg zoek je hulp als er medische kennis nodig is, maar verzorgt de familie. Dit ideaalbeeld verandert langzaam, omdat veel zonen en dochters in Nederland opgroeien. Het ideaal van familiezorg is ook steeds moeilijker waar te maken in de dagelijkse realiteit. Die mantelzorg wordt steeds vaker te zwaar, bijvoorbeeld vanwege de zorg voor het eigen gezin in combinatie met werk of het wonen op afstand, maar ook door toenemende complexiteit. We zien dan dat broers en zussen familiezorg heel belangrijk vinden en daarom blij zijn dat één zus zorgt, maar haar vaak niet genoeg helpen. In de meeste gevallen gaat het om één (schoon)dochter die haar ouders als kind al heeft ondersteund bijvoorbeeld met de taal (Ahmad et al. 2022).
  • In Nederland hebben we een vraaggericht zorgstelsel. Dit betekent dat mensen die zorg nodig hebben hun zorgvraag moeten stellen aan zorgaanbieders, zoals de huisarts. Ouderen met een migratieachtergrond stellen niet altijd (de juiste) zorgvraag om verschillende redenen. Eén reden is dat veel ouderen verwachten dat het initiatief voor zorg bij de zorgverlener ligt .
  • Inschakelen van hulp kan schaamtegevoelens geven en angst voor negatieve reacties uit de omgeving.
  • Intramurale zorg kan voor ouderen met een migratieachtergrond een gevoelig onderwerp zijn, mede vanwege het negatieve imago van de intramurale instellingen in het land van herkomst.
  • Mantelzorgers melden ook positieve ervaringen: het mantelzorgen kan bijdragen aan de zingeving.. Terugkijkend op de periode van mantelzorg, geven mensen aan blij te zijn de tijd voor het mantelzorgen te hebben genomen in hun leven, ook wanneer andere zaken (werk, studie) daardoor tijdelijk moesten wachten.
  • Wanneer mantelzorgers binnen een familie in hun eentje de meeste zorg geven, kan dit leiden tot gevoelens van ‘morele superioriteit’ (gedachten als ‘Ik houd tenminste wel van mijn moeder, mijn broers en zussen blijkbaar niet,’ of ‘Ik ben tenminste wel een goede moslima’.) Deze gedachten helpen om het zware mantelzorgen vol te houden. Het aanbod van zorgverleners taken over te nemen om de overbelasting te verminderen, kan dan het gevoel geven van afkeuring en het niet goed genoeg doen, waardoor het hulpaanbod negatief ontvangen wordt (Ahmad, 2022).

Ahmad M. Dementia care in families with a migration background: Dealing with gendered and cultural obstacles to shared care. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek; 2022.

  • Bij een betrokken familie: Herken de mantelzorger en heb oog voor de verschillende posities binnen de familie. Binnen een familie treedt vaak een lid op als ‘woordvoerder’, bijvoorbeeld de oudste zoon of dochter. Dit kan handig zijn. (zie het antwoord van Pharos-trainer en adviseur Kaveh Bouteh op de 2e vraag). Spreek ook de mantelzorger die de meeste zorg levert. Wanneer meer samenwerking in de zorg tussen familieleden, of tussen mantelzorgers en zorgprofessionals nodig is, kan het nodig zijn het delen van zorg bespreekbaar te helpen maken.
  • Signaleer (dreigende) overbelasting. De checklist mantelzorgoverbelasting biedt een gespreksleidraad.
  • Toon begrip voor de ‘klem in de culturele mix’, toon empathie en bied aan mee te denken met de mantelzorger hoe de oudere wel te activeren maar ook tegemoet te komen aan de wens hem of haar goed te verzorgen.
  • Maak zo nodig een aparte afspraak met de mantelzorger, zodat die vrijuit kan spreken zonder de zorgvrager.
  • Schakel waar nodig andere kinderen en het het netwerk van de oudere in om het delen van de mantelzorgtaken te bespreken.
  • Met de opkomst van cultuursensitieve en islamitische thuiszorgorganisaties kan de drempel naar professionele zorg lager worden. Ook zijn er steeds meer zorginstellingen die speciale dagopvang voor ouderen met een migratieachtergrond organiseren. Wees alert dat niet alle ouderen met een migratieachtergrond dit op prijs stellen en ook andere voorkeuren kunnen hebben.
  • Wanneer het mantelzorgers betreft van mensen met dementie, kijk dan samen naar de webpagina ‘Zorg jij voor iemand met dementie’ om te helpen het delen van zorg bespreekbaar te maken.
  • Breng mantelzorgers op de hoogte van het bestaan van Steunpunten mantelzorg.
  • Verwijs bij behoefte naar empowerment cursus, zoals AMWHAT cursus. Zie voorlichtingsmateriaal.

AMWAHT: staat voor Allochtone Mantelzorgers Werken Aan Hun Toekomst. De (deeltijd) AMWAHT-opleiding leidt mantelzorgers van verschillende achtergronden in tien maanden op tot groepswerkers die in staat zijn om lotgenotengroepen van (allochtone) mantelzorgers op te zetten en methodisch te begeleiden. Een initiatief van Stichting BMP (Stichting Bevordering Maatschappelijke Participatie).

  • LHV: Toolkit mantelzorger in de huisartsenpraktijk, 2011
  • Hootzen MM, Rozema N, Grondelle NJ van (2012). Zorgen voor je ouders een manier van leven. Een kwalitatief onderzoek onder mantelzorgers van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen met dementie. Utrecht: Pharos
  • Boer, A. H., Klerk, M. M. Y., Verbeek-Oudijk, D., & Plaisier, I. (2020). Blijvende bron van zorg: Ontwikkelingen in het geven van informele hulp 2014-2019.
  • Boer, A. D., Plaisier, I., & Klerk, M. D. (2019). Mantelzorgers in het vizier.
  • Boer, A. D. (2017). Wie maakt het verschil?.
  • Bakx, P., Douven, R., & Schut, F. T. (2021). Does independent needs assessment limit use of publicly financed long-term care?. Health Policy, 125(1), 41-46.
  • Duran-Kiraç, G., Uysal-Bozkir, Ö., Uittenbroek, R., van Hout, H., & Broese van Groenou, M. I. (2022). Accessibility of health care experienced by persons with dementia from ethnic minority groups and formal and informal caregivers: A scoping review of European literature. Dementia, 21(2), 677-700.
  • Ahmad, M. (2022). Dementia care in families with a migration background: Dealing with gendered and cultural obstacles to shared care. Thesis. Utrecht

mantelzorg, ouderen, dementie, ondersteuning migrantenouderen, migrantenmantelzorgers